Derde Advent
Matteüs 11:2-11 Kernvers 10: ‘Maar wat zijn jullie dan wel gaan zien? Een profeet? Jazeker.’ Johannes de Doper zat inmiddels in de gevangenis en vroeg zich af of Jezus de langverwachte was. Jezus gaf als antwoord: blinden kunnen weer zien en verlamden kunnen weer lopen. Tot en met: aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. Het goede nieuws is het evangelie in de persoon van Jezus Christus. Jezus realiseerde de hoop die Johannes voorspeld had. Jezus riep de mensen op om goed om zich heen te kijken. Laten wij in onze tijd goed om ons heen kijken en ontdekken hoe de Geest mensen inspireert. Wat zien wij eigenlijk? Tekenen van het koninkrijk van God? Aanwijzingen van de Geest van God? Staan wij open voor Gods weg in deze wereld?

Vier kandelaars met kaarsen staan opgesteld. Tussen de eerste en tweede kandelaar zweven twee duiven, en tussen de derde en vierde kandelaar verschijnt een engel. Op de boomstammetjes en in de flesjes staan nu roze materialen. Het donker is doorbroken, het paars verzacht, een feestelijke kleur gloeit op. Drie kaarsen branden. De duiven en de engel zijn boodschappers van de Geest. Zij kondigen aan wat komt. De engel brengt vreugde, Johannes getuigt, geïnspireerd door de Geest spreekt hij van nieuw begin.
Woorden bij de schikking
Boodschappers van de Geest.
Een engel zweeft, brengt beweging, brengt vreugde.
’Zie, ik verkondig u.’
Johannes spreekt,
het licht breekt door,
een glimp van wat komt.